MijnBiologie.nl
  • Home
    • Inloggen
    • Profiel
    • Registreren
  • Brugklas
    • Organen en cellen >
      • Organen van dieren
      • Organen van planten
      • Cellen
      • De celkern
      • De celdeling
      • De microscoop
      • Werken met de microscoop
      • De ligging van organen
    • Ordening >
      • Ordenen van organismen
      • Bacterien
      • Schimmels
      • Planten
      • Dieren
      • Eencellige dieren
      • Geleedpotigen
      • Gewervelden
      • Oefenen
    • Stevigheid en beweging >
      • Skelet van de mens
      • De functies van het skelet
      • De bouw van botten
      • Beenverbindingen
      • Spieren
    • Bloemen >
      • Bloemen
      • Bestuiving
      • Bevruchting
      • Vruchten en zaden
  • Tweede klas
    • Voeding en vertering >
      • Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
      • Het verteringsstelsel
      • Organen voor vertering
      • Gezonde voeding
    • Ademhaling en verbranding >
      • Stofwisseling
      • Verbranding
    • Bloedsomloop >
      • Bloed
      • Bloedsomloop
      • Het hart
      • Bloedvaten
      • Hart- en vaatziekten
      • Uitscheiding
      • Oefenen
    • Voortplanting >
      • Je verandert
      • Voortplantingsstelsel man
      • Voortplantingsstelsel vrouw
      • Menstruatie

Organen en cellen

Organen van dieren
Uitleg
Samenvatting
Oefenen
Uitleg
Samenvatting
Het menselijk lichaam is opgebouwd uit organen. Bekende organen zijn de hersenen, de ogen, de huid, het hart en de lever. Een orgaan is een onderdeel van een organisme met een functie. Bladeren van een plant zijn dus ook een orgaan. Organen die samenwerken wordt een orgaanstelsel genoemd.

​Organen zijn opgebouwd uit cellen. Cellen zijn de kleinste bouwstenen van het leven. Een groep bij elkaar liggende cellen die allemaal dezelfde functie hebben noem je een weefsel. Enkele voorbeelden daarvan zijn: bindweefsel, beenweefsel, vetweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel.

Als je de begrippen van groot naar klein zet krijg je:

Biologie (de leer van het leven)
Organisme (levende wezens)
Orgaanstelsel (samenwerkende organen)
Orgaan (onderdeel van een organisme met een functie)
Weefsel (groep cellen met dezelfde vorm en functie)
Cel (kleinste bouwstenen van een organisme)
Foto
Orgaanstelsels
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Nummer
Stelsel
Functie
Voorbeeld organen
A
Beenderenstelsel
Stevigheid en bescherming voor het lichaam.
Schedel, rib, wervelkolom, dijbeen
B
Spierenstelsel
Het lichaam laten bewegen.
Biceps, buikspieren, dijspier
C
Verteringsstelsel
Voedsel verteren.
Slokdarm, lever, maag, dunne darm, dikke darm
D
Ademhalingsstelsel
Ademhalen.
Luchtpijp, bronchie, long
E
Bloedvatenstelsel
Bloed rondpompen door het lichaam.
Hart, aorta, holle ader
F
Zenuwstelsel
Waarnemen en reageren op de omgeving.
Hersenen, ruggenmerg, zenuw
Organisme - Orgaan - Weefsel - Cel
Foto
Bij een dier (mens)
Foto
Bij een plant
Organen van dieren
Foto
Hond
Foto
Kat
Foto
Rund
Oefenen
- Cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsel, of organisme? 
- 
Benoem de onderdelen van de torso.
- Benoem de organen.
- Tot welk orgaanstelsel behoort het orgaan?
- ​Waar liggen de organen in een doorsnede?
​

- Organen hond.
​
​- Kruiswoordpuzzel torso.
- Legpuzzel torso.
​- Legpuzzel organenstelsels.
Organen van planten
Uitleg
Samenvatting
Oefenen
Uitleg
Samenvatting
​Ook planten hebben organen en orgaanstelsels. Wortels, stengels en bladeren zijn organen van een plant. Ze hebben allemaal hun eigen functies.
Foto
Wortels
Wortels hebben drie functies:
1. Water en mineralen opnemen uit de grond.
2. De plant stevig vastzetten in de grond.
3. Reservestoffen opslaan.
Foto
Hoofdwortel met wortelharen.
Orgaan
Functie
Hoofdwortel
Langste en dikste wortel die naar beneden groeit.
Zijwortel
Vertakking van de hoofdwortel.
Wortelharen
Hele dunne uitstulpingen vlak bij de uiteinden van wortels.
Stengels
Stengels hebben twee functies:
1. Transport van water en andere stoffen.
2. Stevigheid geven aan de plant.
Twee soorten planten:
Functie
Houtachtige planten
Planten waarbij de stengels stevig zijn door hout.
Kruidachtige planten
Planten waarbij de stengels stevig zijn door water.
Bladeren
Bladeren hebben vooral als functie om voeding te maken voor de plant. Dat gebeurt bij de fotosynthese.
Foto
Orgaan
Functie
Bladschijf (1)
Het platte gedeelte van een blad.
Bladsteel (2)
Hiermee zit het blad vast aan de stengel.
(Hoofd)nerf (3)
Dunne buisjes in het blad die zorgen voor transport van stoffen.
Zijnerven (4)
Aftakkingen van de hoofdnerf.
Bladmoes (5)
Het materiaal van het blad dat tussen de nerven ligt.
Oefenen
- Kruiswoordpuzzel organen van planten.
​- Zet de volgende onderdelen van de plant in de goede volgorde.
Cellen
Uitleg
Samenvatting
Oefenen
Uitleg
Samenvatting
​Planten en dieren zijn beiden opgebouwd uit kleine bouwsteentjes: de cellen. De cellen van een plant bestaan echter wel uit andere onderdelen dan de cellen van een dier.
Foto
Onderdelen met functie
Onderdeel
Functie
Cytoplasma
Stroperige vloeistof in de cel.
Celmembraan
Buitenste laagje van het cytoplasma.
Celkern
Regelt alles wat er in de cel gebeurt.
Celwand
Harde laag om de plantencel.
Vacuole
Blaasje gevuld met vocht.
Bladgroenkorrel
Hierin vindt de fotosynthese plaats.
Intercellulaire ruimte
Ruimtes tussen de cellen gevuld met lucht.
Drie typen plastiden
Foto
Bladgroenkorrels
Foto
Kleurstofkorrels
Foto
Zetmeelkorrels
Oefenen
- Benoem de onderdelen van de cellen.
​- Plantaardig of dierlijk?
​- Kruiswoordpuzzel de celkern.
- Legpuzzel cellen.
De celkern
Uitleg
Samenvatting
Oefenen
Uitleg
Samenvatting
Oefenen
- Kruiwoordpuzzel de celkern.
Celdeling
Uitleg
Samenvatting
Oefenen
Uitleg
Samenvatting
Oefenen
- Kruiswoordpuzzel celdeling.
De microscoop
Uitleg
Samenvatting
Oefenen
Uitleg
Samenvatting
​​Een microscoop is een instrument voor het bestuderen van dingen, die te klein zijn om goed met het blote oog te kunnen worden gezien.

Antoni van Leeuwenhoek wordt vaak genoemd als uitvinder van de microscoop, maar vermoedelijk was hij meer de eerste wetenschapper die de microscoop sterk wist te verbeteren en daarmee een veel sterkere vergroting kon maken. 

De schoolmicroscoop is een lichtmicroscoop en vergroot vaak tot 400 of 600 keer. Je hebt ook elektronenmicroscopen die tot wel 100.000 keer kan vergroten.

Om goed met de microscoop om te kunnen gaan is het belangrijk dat je de namen en functies goed kent.
Foto
Onderdelen met functie
Onderdeel
Functie
Oculair
​De bovenste lens.
Statief
​Hieraan pak je de microscoop vast.
Grote schroef
Knop voor grove scherpstelling.
Kleine schroef
Knop voor  scfijneherpstelling.
Voet
Onderkant van de microscoop.
Tubus
​Buis waar het oculair in zit.
Revolver
​Draaibare schijf waaraan de objectieven zitten.
Objectief
De onderste lens.
Preparaatklem
​Klemt het preparaat vast.
Tafel
​Hier leg je het preparaat op.
Diafragma
​Regelt de hoeveelheid licht die door de lenzen valt.
Lamp
Laat licht door de lezen vallen.
Van groot naar klein
Foto
Oefenen
- Benoem de onderdelen van de microscoop.
​- Oefen met de onderdelen van microscoop.
- Bereid hier het microscooppracticum voor.

​- Legpuzzel microscoop.
- Poster microscoop.
- Film: Microscoop van Antoni van Leeuwenhoek.
Werken met de microscoop
Uitleg
Samenvatting
Oefenen
Uitleg
Samenvatting
Maken preparaat
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
1 - Doe een druppel water of kleurstof op een (schoon) objectglas.
2 - Leg een dun, doorzichtig voorwerp in de druppel.
3 - Zet een dekglas schuin tegen de druppel en laat deze m.b.v. een prepareernaald voorzichtig zakken.
4 - Zuig de overtollige vloeistof weg.
5 - Breng een druppel water tegen het dekglas als je preparaat uitdroogt.
Scherpstellen
​1. Draai de tafel helemaal omlaag en draai het kleinste objectief (B) voor.
2. Zet het lampje (C) aan en het diafragma goed open.
3. Leg het preparaat in het midden tussen de preparaatklemmen.
4. Kijk van opzij en draai de tafel helemaal omhoog.
5. Kijk door het oculair (A).
6. Draai met de grote schroef de tafel langzaam omlaag, stop als het scherp is.
7. Stel met de kleine schroef nauwkeurig scherp.

8. Bepaal met het diafgrama de juiste hoeveelheid licht.
9. Kijk van opzij en draai een groter objectief voor. Stel voorzichtig scherp met de kleine schroef.
Foto
Opruimen
​1. Lamp uit.
2. Kleinste objectief voordraaien.
3. Tafel helemaal naar beneden draaien.

4. Preparaat onder de klemmen vandaan halen.
5. Preparaat opruimen. Dekglas in de prullebak, objectglas in de pot met water.
6. Snoer losjes om de tubus draaien.
7. Stofhoes weer over de microscoop.
8. Microscoop terugzetten. Dragen met twee handen.
9. Rest opruimen.
10. Werkplek opruimen en schoonmaken!

11. Krukjes weer onder de tafel.
Oefenen
- Benoem de onderdelen van de microscoop.
- Bereid hier het microscooppracticum voor.
​- Legpuzzel microscoop.
- Poster microscoop.
​​Copyright © 2022 - MijnBiologie.nl
Info & Contact
 Inloggen | Profiel | Registreren

(​Krijg je op je mobiel de menu's niet open geklikt? Klik dan hieronder op 'Web'!)